Gedichtenanalyse






Ego flos (Guido Gezelle)


Ik ben een blom
en bloeie voor uw ogen,
geweldig zonnelicht,
dat, eeuwig onontaard,
mij, nietig schepselke,
in ‘t leven wilt gedogen
en, na dit leven, mij
het eeuwig leven spaart.
Ik ben een blom






en doe des morgens open
des avonds toe mijn blad,
om beurtelings, nadien,
wanneer gij, zonne, zult,
heropgestaan, mijn nopen,
te ontwaken nog eens of
mijn hoofd de slaap te biên.


Mijn leven is
uw licht: mijn doen, mijn derven,
mijn hope, mijn geluk,
mijn enigste en mijn al;
wat kan ik, zonder u,
als eeuwig, eeuwig, sterven;
wat heb ik, zonder u,
dat ik beminnen zal?


‘k Ben ver van u,
ofschoon gij, zoete bronne
van al wat leven is
of immer leven doet,
mij naast van al genaakt
en zend, o lieve zonne,
tot in mijn diepste diep
uw aldoorgaande gloed. – -

Haal op, haal af!…
ontbind mijn aardse boeien;
ontwortel mij, ontdelf
mij…! Henen laat mij,… laat
waar ‘t altijd zomer is
en zonnelicht mij spoeien
en waar gij, eeuwig éne,
alschone blomme, staat.


Laat alles zijn
voorbij, gedaan, verleden,
dat afscheid tussen ons
en diepe kloven spant;
laat morgen, avond, al
dat heenmoet, henentreden,
laat uw oneindig licht
mij zien, in ‘t vaderland!

Dan zal ik voor…
o neen, niet voor uw ogen,
maar naast u, nevens u,
maar in u bloeien zaan;
zo gij mij, schepselke,
in ‘t leven wilt gedogen;
zo in uw eeuwig licht
me gij laat binnengaan.





INHOUD



Strofe 1:


De auteur zegt dat hij zelf een bloem is en spreekt het geweldige zonlicht aan, het zonlicht dat steeds van dezelfde aard blijft in tegenstelling tot de bloem. Hij vraagt het zonlicht om hem tijdens zijn 'leven' (als bloem) te dulden en na zijn miserabel leven hem het eeuwige leven te schenken.

Strofe 2:

Hij herhaalt dat hij een bloem is, die zijn blad 's morgens opent en s' avonds sluit, om nadien beurtelings te ontwaken. Wanneer de zon is opgestaan moet het hem in beweging brengen. Hij mag nog eens ontwaken of zijn hoofd afstaan om te slapen.

Strofe 3:

Het zonlicht is zijn leven, zijn drijven, zijn hoop, zijn geluk, alles wat hij heeft.Wat kan hij anders doen dan sterven (als het zonlicht verdwijnt)? Wat kan hij anders beminnen?

Strofe 4:

Hij vertelt aan het zonlicht dat het ver van hem ligt, ook al is deze zoete bron, waarvan iedereen leeft en die zorgt dat leefde bloeit, komt het het dichtst van al nabij hem. Hij vraagt aan zijn dierbare zon om zijn alles doordringende gloed naar hem, tot in zijn diepste, te sturen.

Strofe 5:

Hij geeft de zon een bevel om hem op en af te halen, om zijn aardse boeien (geboeid aan de aarde) los te maken, om hem te ontwortelen, om hem uit de grond te halen. Hij spoort de zon aan om hem nu te laten spoeden naar een plaats waar het altijd zomer is, waar de zon altijd schijnt, en waar de zon een eeuwige, volmaakt schone bloem laat staan.

Strofe 6:

Hij beveelt de zon om alles wat tussen hen afstand en diepe kloven veroorzaakt voorbij zijn, gedaan zijn, verleden zijn (m.a.w. ze zijn dan voor eeuwig met elkaar verbonden). De zon moet zijn (oneindig = voor altijd schijnend) licht aan hem laten zien, zowel 's morgens als 's avonds.

Strofe 7:

Als de zon het voorgaande doet, dan zal hij voor hem, maar eigenlijk aan zijn zijde bloeien. Dit als de zon hem, schepseltje, in het leven wilt dulden, als hij in zijn eeuwig licht mag binnengaan.

Concluse:

De auteur is een armzalige bloem (cfr. titel: 'ego flos' in het Latijn betekent 'ik ben een bloem'), die van zonlicht houdt en ervoor leeft. Hij vraagt aan de machtige zon om hem van de grond los te rukken (zijn eerste leven te beëindigen) en om hem naar een zonnige plek te sturen, om beter te bloeien (een tweede leven). Hij gelooft volgens mij in reïncarnatie.


VORM

rijmschema: niet aanwezig + geen vast ritme
7 strofes van 7 tot 8 regels
stijlfiguren: alliteratie
parallellisme
zinsbouw: gezegde + zijn + onderwerp
tautologie

AFBEELDING

Dit gedicht doet me denken aan een arme zonnebloem, die te weinig zonlicht krijgt en in alle depressie aan het uitsterven is. Een zonnebloem heeft een behoefte aan zonlicht, anders sterft deze plant uit. Deze afbeelding past goed bij het gedicht, omdat deze zonnebloem alleen in de kou staan en nog liever sterft om daarna een gezelliger leven te leiden in de zon. Ik vind deze situatie moeilijk toepasbaar op mijn leven, maar het gedicht is wel mooi geconstrueerd.
Bron: Zonnebloem, http://www.natuurnieuwegein.nl/geel/zonnebloem.html, s.n., laatst geraadpleegd op 20/11/2014













Vroeger hield ik alleen van je ogen.
Nu ook van de kraaiepootjes ernaast.
Zoals er in een oud woord als meedogen
meer gaat dan in een nieuw. Vroeger was er alleen haast
om te hebben wat je had, elke keer weer.

Vroeger was er alleen maar nu. Nu is er ook toen.

Er is meer om van te houden.

Er zijn meer manieren om dat te doen.
Zelfs nietsdoen is er daar één van.
Gewoon bij mekaar zitten met een boek.
Of niet bij mekaar, in ‘t café om de hoek.
Of mekaar een paar dagen niet zien
en mekaar missen. Maar altijd mekaar,
nu toch al bijna zeven jaar.
INHOUD

Strofe 1 en 2:

Het gaat hier om de evolutie van een (liefdes)relatie, die gepaard gaat met de tijden die veranderen. Vroeger hield je alleen van een bepaalde eigenschap van de ander (ogen), nu ook een ander eigenschap ernaast (kraaiepootjes). Hij vergelijkt dat met zijn mening dat in oude woorden meer zit dan in nieuwe woorden. Vroeger ging je je enkel haasten om dingen die je had elke keer weer te gebruiken. Vroeger dacht je enkel aan het (toen) tegenwoordige. Nu denk je ook aan je verleden. Maar nu is er meer om van te houden en meer manieren om dat te doen.

Strofe 3 en 4:

Hij concretiseert de manieren om van iemand te houden, maar hij komt tot de conclusie dat ze al deze manieren met elkaar doen. Op het einde komen we te weten dat ze al zeven jaren alles samen met elkaar doen. Zowel niets doen, zitten of niet, niet zien als missen doen ze met elkaar en dit nu al zeven jaar.

Conclusie:

Het is een liefdesgedicht waarin hij figuurlijk zegt dat hij van haar houdt. Hij zegt het niet letterlijk, maar we voelen het toch aan door de inhoud. Ondanks het feit dat mensen met de tijd mee veranderen blijft hij van haar houden, wel op andere manieren, maar één manier blijft en dat is het gemeenschappelijk gevoel van met-elkaar-alles-(niet)doen.


VORM

Italiaanse sonnet: vier strofes, waarvan de eerste twee bestaan uit elk vier regels (= kwatrijn; twee kwatrijnen vormen een octaaf) en de laatste twee uit elk drie regels (=terzine; twee terzines vormen een sextet).
volta: inhoudelijke wending tussen octaaf en sextet
rijmschema: ABAB CDED FGG HII
versregels opgebouwd uit jambische pentameter (5 versvoeten)
stijlfiguren: vergelijking
Twee zinnen op parallelle manier opgebouwd (met inversie)
enjambement

AFBEELDING


Bron afbeelding: Liefde, http://wait4lungs.blogspot.be/2010_08_01_archive.html, s.n., laatst geraadpleegd op 20/11/2014

Persoonlijk vond ik het gedicht prachtig. Er zit veel waarde achter het gedicht. Het doet me denken aan een koppel, waarvan de liefde eeuwigdurend is, zoals op bovenstaande afbeelding. 'Liefde is gelukkig samen oud worden'. Daar gaat dit gedicht van Herman De Coninck ook over. Ook al word je ouder en verandert de tijd, je moet proberen om altijd alles met elkaar te doen (mekaar zien) of niet te doen (mekaar niet zien). Dat is de sleutel tot een geslaagde liefdesrelatie die eeuwig kan duren.










Onweer (Edward van de Vendel)


God schenkt ons verlichting -
en vanavond flitst zijn hemel
als een wankele TL.
Terwijl wolken ondertussen
Door een geluidsgrens gaan,
adem ik
en wacht en tel.
Ik denk wel over deeltjes
die zich ontladen zouden
maar ik wil een klein bang broertje
om me aan vast te houden.
INHOUD

In dit gedicht vertelt Edward van de Vendel zijn gedachten tijdens een hevig onweer. Hij is gelovig en denkt na over wat zich buiten en in de lucht afspeelt. Hij denkt dat God zowel voor verlichting als voor onweer verantwoordelijk is en vergelijkt dat met een wankele TL (tv?). In de lucht gaan de wolken door een geluidsgrens en ondertussen ademt hij, wacht hij en telt hij. Hij denkt wel over de deeltjes die zich zouden ontladen (= het fenomeen onweer), maar wat hij het meeste verlangt, waar hij echt aan bezig zit, is zijn klein bang broertje geruststellen door hem aan zich vast te houden.



VORM

rijmschema: niet aanwezig
1 grote strofe van 11 versregels met wisselmatige lengte (bv: vers 6 is zeer kort ten opzichte van vers 10)
stijlfiguren: vergelijking
chiasme: kruisstelling
hoofdletter wordt lukraak gebruik (interpunctie niet gerespecteerd)
polysyndeton: er worden te veel voegwoorden gebruikt

AFBEELDING

bron afbeelding: familieliefde, http://www.theperfectyou.nl/broers-zusjes-leuke-info/, s.n., laatst geraadpleegd op 20/11/2014

Ik heb deze afbeelding gekozen omdat het belangrijkste thema in het gedicht is zijn kleine broer verdedigen. Hier waakt de zus ook op haar broer. Ze zijn samen, zoals in het gedicht, en dat is het belangrijkste, ongeacht de omstandigheden. Liefde voor een kleine broer is iets heel speciaals en iets voor het leven.










Ichtus (Ida Gerhardt)


De vis, getrokken door mijn hand
en éven vrij nog van de golven,
zal straks gewist zijn van het strand
en door de grote vloed bedolven.
Maar in het water dat hem nam
zwemt levende het Monogram.
Geheime trek van tij en maan:
Hij zal op alle kusten staan.
INHOUD

De titel 'ichtus' verwijst naar het Griekse woord voor 'vis', dat gevormd wordt door de beginletters van 'Iesous Christos Theou Uios Soter', vertaald als Jezus Christus, Zoon van God, Verlosser. In de Klassieke Oudheid was de vis een christelijk symbool voor Jezus. De dichteres, Ida Gerhardt, ziet op het strand een vis getekend (de vis is door een hand getrokken), die daarna gewist zal worden door de golven. Maar in het water dat het visteken heeft overspoeld zwemt het levend Monogram. Dit is de benaming van haar bundel gedichten, met Klassieke inhoud. Op het einde van het gedicht zal Hij, namelijk de 'ichtus' (dankzij het levend Monogram) op alle kusten staan en zal iedereen van Hem afweten. 


bron: Ida Gerhardt,  https://mcbatenburg.wordpress.com/tag/ida-gerhardt/, s.n, laatst geraadpleegd op 20/11/2014

VORM

1 grote strofe van 8 verzen
rijmschema: ABABCCDD
metrum: 4 versvoeten per versregel
inhoudelijke volta na vers 4 (Maar…)
stijlfiguren: klankassonantie (beide woorden bestaan uit d, o, v, l, e)

AFBEELDING

Onderstaande afbeelding heeft een duidelijk link met de inhoud van het gedicht. Er wordt een gelijkaardige vis op het strand geschetst. De zee zal dit christelijk symbool verwijderen om het daarna terug te brengen op alle stranden van de wereld, om Jezus en zijn boodschap aan iedereen te verkondigen.
bron afbeelding: het visteken, http://www.ecoute-le-vent.com/article-le-signe-du-poisson-107338076.html, Eagle, laatst geraadpleegd op 20/11/2014


Geen opmerkingen:

Een reactie posten